Het begin en eerste successen
Lierse werd opgericht door Gust Van den Roye, die gefascineerd was door het Engelse voetbal. Na een moeizaam begin in de lagere afdelingen, promoveerde Lierse in 1927 naar Eerste Klasse. Het duurde niet lang voordat de club daar zijn eerste grote succes behaalde.

In het seizoen 1931-32 was de eerste landstitel binnen, met dank aan een indrukwekkende aanvalslinie met onder andere Bernard Delmez en Bernard Voorhoof. Laatstgenoemde zou later uitgroeien tot een legende van zowel Lierse als de Belgische nationale ploeg. Tijdens de jaren ’30 van de vorige eeuw bleef Lierse een dominante kracht, wat bekroond werd met een tweede titel in 1941-42. De club had wederom sterke spelers als Bernard Voorhoof en de legendarische ‘Drie Charles’: Karel Kiebooms, Karel Willems en Karel Klockaerts.

De heropbouw na WOII
Na de Tweede Wereldoorlog kende Lierse een periode van moeilijkheden. Het verlies van sterspelers, de verwoestende effecten van de oorlog en de degradatie in 1947-48 naar Tweede Klasse, markeerden een zwart hoofdstuk in de clubgeschiedenis. Echter, met een vernieuwde focus op jeugdontwikkeling begon Lierse aan een herstelperiode, en in 1953 keerde het terug naar de hoogste afdeling.
De golden sixties waren ook effectief een gouden tijd voor de club. In het seizoen 1959-60 werd Lierse opnieuw landskampioen, dankzij een jonge ploeg die onder leiding van Lucien Olieslagers en Robert Willems het nationale podium veroverde. Het seizoen werd gekarakteriseerd door onverwachte overwinningen en een dominante prestatie in de competitie. Ook begon Lierse aan zijn eerste Europese avonturen, waaronder deelname aan de Europacup voor Landskampioenen, nu beter gekend als de Champions League.

Europese triomfen en bekers
Lierse boekte grote successen op het internationale toneel. In 1971-72 zorgde de club voor een enorme sensatie door in de UEFA Cup Leeds United, een van de topclubs van Europa op dat moment, uit te schakelen door in Engeland de terugmatch met 0-4 te gaan winnen na een eerdere 0-2 verloren thuismatch. Ondanks verlies tegen AC Milan in de kwartfinale, bleef het een van de mooiste Europese prestaties om te onthouden.
Op nationaal niveau behaalde Lierse in 1969 zijn eerste Beker van België, door Racing White te verslaan in de finale. Dit markeerde het begin van een aantal succesvolle jaren in de bekercompetitie, die ook in 1999 met een tweede bekerwinst werd bekroond, onder leiding van trainer Walter Meeuws.
Het succes van de jaren ’80 en ’90
Wie Lierse in de jaren ’80 denkt, zegt de legendarische Erwin Vandenbergh, die tussen 1980 en 1982 driemaal Belgisch topschutter werd en in 1980 zelfs Europees topschutter werd met 39 doelpunten in één seizoen. Zijn prestaties hielden de club in de middenmoot van de Jupiler Pro League, maar zijn vertrek naar Anderlecht in 1982 markeerde het begin van een periode van sportieve neergang.

In 1997 beleefde Lierse echter een heropleving. Onder leiding van Eric Gerets werd de vierde landstitel veroverd met een team dat voor het grootste deel bestond uit jeugdspelers uit de eigen en op dat moment erg gevierde jeugdopleiding bestond, zoals Hans Somers, Jurgen Cavens en Carl Hoefkens en andere sterkhouders als Eric Van Meir en Dirk Huysmans. De jonge ploeg wist grote titelfavoriet Club Brugge verrassend voor te blijven met twee punten. Dit succes gaf Lierse toegang tot de Champions League, waar ze echter al snel uitgeschakeld werden.
Lierse behaalde ook de Supercup in zowel 1997 als 1999, door respectievelijk Germinal Ekeren en Racing Genk te verslaan. De bekerwinst in 1999 volgde op dit succesvolle seizoen, met zo een tweede Beker van België in de clubgeschiedenis.
Het faillissement
Na de successen van de jaren ’90, volgde de impact van het Bosman-arrest. Eigen opgeleide goudhaantjes gratis konden voortaan vertrekken, en de top leek verder dan ooit. Financieel ging het Lierse in de beginjaren 2000 evenmin voor de wind, al bracht een overname door de Egyptische investeringsgroep Wadi Degla (in 2007) de club tijdelijk stabiliteit. In 2010 promoveerde Lierse weer naar de Eerste Klasse, al geraakte de ploeg niet verder dan de middenmoot, en in 2018 werd het faillissement zelfs aangevraagd.

De redding
In mei 2018 besliste FC Oosterzonen en enkele investeerders om samen te werken met enkele oud-medewerkers van het failliete K. Lierse S.K.. De groep kocht het Herman Vanderpoortenstadion, nu de AsterX Group-f Arena, over van het Egyptische Wadi Degla en bij de curator ook de naam, het logo en de inboedel van het failliete Koninklijke Lierse Sportkring. De club verhuisde naar Lier en daar startte men onder de naam Lierse Kempenzonen in 1ste Amateur.
Anno 2025 is Lierse weer een profclub en speelt het in de Challenger Pro League, oftewel 1B, waarin het momenteel, met nog twee wedstrijden te gaan, een achtste plaats bezet. Een plaats waar een ambitieus Lierse S.K. geen genoegen mee neemt. De Schapenkoppen mikken op termijn terug op een plaats op het hoogste niveau, een plaats ook waar Lierse met zijn rijke geschiedenis, gevierde jeugdopleiding en trouwe aanhang gewoon thuishoort.