De snelheid van de wielrenners van vandaag ligt duidelijk te hoog. Dat is wat een aantal specialisten aan de kaak stellen, maar ook een aantal grote namen in de discipline, zoals Philippe Gilbert, Wout van Aert en Chris Froome. Ze pleiten voor een beperking van de verzetten om het aantal valpartijen en de ernst ervan te verminderen. Maar rijden renners echt zo hard? Toch wel, want tijdens afdalingen is het niet ongewoon dat ze snelheden van meer dan 100 km/u halen.
In het wielermilieu wordt er al een tijdje over gesproken. Een paar weken geleden hadden Christian Prudhomme en Thierry Gouvenou, de bazen van de Tour de France, al aangegeven dat er in mechanische sporten limieten worden gesteld en dat het tijd werd dat dit ook zou gebeuren in het wielrennen.
Wanneer de federatie zich ermee moeit
Geconfronteerd met steeds ernstigere valpartijen besloot de UCI de zaken aan te pakken via de onafhankelijke instelling SafeR. Er is immers ook een reeks dodelijke ongevallen geweest – de Zwitserse Muriel Furrer uit Zwitserland, de Noor André Drege en de Zwitser Gino Mäder, om er maar een paar te noemen.
Het idee dat het vaakst wordt genoemd – en dat al lang gesteund wordt door Philippe Gilbert – is een beperking van de verzetten. Die zijn namelijk steeds groter geworden: van 52×11 ging het naar 55×10, toen naar 53×11 en nu gaat het in sommigen wedstrijden om 56, 58 of zelfs 60×11 of 62×11. Er komt geen eind meer aan…
Zelfs vijfvoudig Tourwinnaar Chris Froome, die in 2019 ten val kwam, heeft zich uitgesproken. In een interview met La Gazzetta dello Sport hekelt hij de snelheid, de risico’s en de stress die dat veroorzaakt bij de renners. En hij geeft ook een limiet voor de verzetten: “misschien zou 56 of 54 de limiet moeten zijn”.
De tijd dringt, want vorig jaar vielen er tijdens wedstrijden 497 incidenten te betreuren, en volgens de analyse van SafeR was 35% te wijten aan fouten van de renners, was 13% het gevolg van gespannen situaties tijdens het aansnijden van “tactisch belangrijke” secties (beklimmingen, kasseien, enz.) en was 11% te wijten aan gevaarlijke of gladde omstandigheden. Het valt af te wachten hoe deze kwestie zal evolueren en welke maatregelen er zullen worden genomen. Ten koste van het spektakel? Blijkbaar niet, volgens de wielrenners, die de toeschouwers nog altijd mooie momenten garanderen, zelfs bij lage(re) snelheden.
