Het probleem van dubbelnationaliteit is een uitdaging waar veel voetbalbonden wereldwijd mee te maken hebben. Spelers die in aanmerking komen om voor twee (of soms meer) landen uit te komen, moeten een definitieve keuze maken over welk land ze willen vertegenwoordigen. België kent dit fenomeen als immigratieland maar al te goed, en de recente beslissing van Konstantinos Karetsas zorgt opnieuw voor ophef.
De middenvelder van Racing Genk kondigde maandag aan dat hij voor Griekenland kiest. “Na lang nadenken heb ik beslist om Griekenland te vertegenwoordigen. Dit is een keuze vanuit het hart en heeft niets te maken met de toekomst van deze nationale ploegen,” verklaarde hij op zijn Instagram-account. Uiteraard verdient de keuze van de 17-jarige respect, maar het roept ook vragen op. Waarom kiest een speler die in België is geboren, opgegroeid en opgeleid voor het land van zijn ouders? En had de Belgische voetbalbond niet meer kunnen doen om hem te overtuigen?
Te laat ingegrepen?
In zijn Instagram-bericht laat Karetsas weten dat hij “de inspanningen van de Belgische voetbalbond in de afgelopen weken erg waardeerde.” Maar juist dat tijdsbestek lijkt problematisch. Het lijkt erop dat de Belgische bond zich pas laat bewust werd van zijn situatie, terwijl de Griekse bond hem al geruime tijd probeerde te overtuigen.
Voor een speler die van de U15 tot en met de beloften het shirt van de Rode Duivels droeg, is dit een pijnlijke misser. Het roept ook vragen op over de rol (of eerder het gebrek daaraan) van Frankie Vercauteren en Domenico Tedesco in het verzekeren van Karetsas’ toekomst bij de nationale ploeg.
Bovendien is dit geen op zichzelf staand geval. In het verleden zagen we hetzelfde gebeuren met Mehdi Carcela en meer recent met Zakaria El Ouahdi. De kans is groot dat België binnenkort ook Chemsdine Talbi kwijtraakt. Hoog tijd dat de Belgische voetbalbond een duidelijk plan opstelt om talentvolle spelers met dubbele nationaliteit beter te begeleiden en te behouden.
