Het einde van de play-offs en een terugkeer naar 18 ploegen: de Belgische voetbalcompetitie gaat weer naar zijn oude format. Dit werd afgelopen donderdag door de 28 clubs die deel uitmaken van de Pro League (de 16 in D1A en de 12 in D1B) op een algemene vergadering beslist. Maar waarom teruggaan naar een systeem dat we niet meer kennen sinds het seizoen 2008-2009? Om het aantal wedstrijden te verminderen.
Minder zware kalender
Met de hervorming van de Europese bekers en de mogelijkheid voor Belgische clubs om verder te gaan in de competitie, neemt het aantal wedstrijden toe. En de Belgische competitie is met zijn 40 wedstrijden al overbelast. De grote Belgische ploegen, Club Brugge op kop, hebben zich gerealiseerd dat als ze performant willen blijven, de Jupiler Pro League moet worden ingekrompen.
Teruggaan naar een formule met 18 clubs zonder play-offs maakt het mogelijk om 6 competitiedagen te “verliezen”. Dat kan een echte winterstop mogelijk maken en in bepaalde periodes van het jaar wedstrijden in het midden van de week vermijden. Wat de spelers meer tijd geeft om uit te rusten, zodat ze zich beter kunnen voorbereiden op Europese wedstrijden.
Vanaf 2025-2026
Hoewel veel JPL-clubs liever hadden gezien dat de hervorming al volgend seizoen werd ingevoerd, was dat niet haalbaar. Het seizoen 2025-2026 wordt een overgangsjaar, waarbij alleen de 16e in de stand nog kan degraderen na een play-off tegen de winnaar van de Promotions Play-offs van de Challenger Pro League.
Ook de tweede klasse zal veranderen. Het is nog onduidelijk of deze competitie uit 14, 15 of 16 teams zal bestaan, maar zeker is dat er 4 U23-teams deel van uitmaken. Dit betekent dat Jong Genk dit seizoen niet zal degraderen. Er moeten nog verdere gesprekken plaatsvinden met de amateurvleugels om deze structuur te verfijnen, want juridische bezwaren liggen op de loer. De sportieve eerlijkheid zou immers niet noodzakelijk gewaarborgd zijn met dit nieuwe format voor de Challenger Pro League.
