20
Views

De bladeren lijken dit voorjaar vroeg te vallen op de ambities van zijn concurrenten: Mathieu van der Poel heeft zijn fiets aan de haak gehangen voor even, Wout van Aert bereidt de Giro voor, ver weg van de kasseien. Eén man wijkt echter niet: Tadej Pogačar. De Sloveen, die al schitterde in de Strade Bianche, Milaan-Sanremo én de Ronde van Vlaanderen, blijft vastberaden koers maken tot zijn laatste doel voor de zomer: La Doyenne.

Toch ging er in Valkenburg een lichte siddering door het peloton. Voor het eerst sinds het WK in Imola in 2020 werd Pogačar opnieuw bijgehaald na een aanval van ver. Niet zozeer het verlies zelf, maar het feit dat hij te grijpen was, maakte indruk. Tegenwind, verkrampte bewegingen, een nerveuze blik… het leek even alsof de ongenaakbare menselijk werd.

En net in die kleine barst doken Remco Evenepoel en een herboren Mattias Skjelmose. De Deen, gedragen door een bijzonder sterk Lidl-Trek, liet zich niet afschudden. Hun terugkeer was niet zomaar een anekdote: het was een signaal dat zelfs Pogačar verslaanbaar is. Maar de Sloveen heeft nog lang niet opgegeven.

Moe, maar niet verslagen

De vermoeidheid? Die is er – al geeft hij dat slechts met tegenzin toe. Maar zijn honger naar winst is nog groter. Pogačar heeft Luik-Bastenaken-Luik duidelijk aangeduid als zijn ultieme doel deze lente. Zonder Van der Poel, Van Aert of Pedersen in koers, is hij meer dan ooit de te kloppen man.

De vraag is of zijn lef en klasse voldoende zullen zijn tegen een frisse Remco Evenepoel en het messcherpe ploegenspel van Lidl-Trek. Pogačar staat er misschien wat alleen voor, maar hij is zelden bang geweest van een solo-avontuur. Zondag in Luik zal hij het opnieuw op eigen kracht moeten doen. En wie weet bewijst hij dan dat het nog lang geen tijd is om de troon af te staan.

Categorie:
Wielrennen

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *