Slot stond voor de loodzware taak om de immens populaire Klopp te doen vergeten, maar slaagde daar vanaf dag één in. Met aanvallend en gecontroleerd voetbal kreeg hij niet alleen zijn spelers, maar ook de Liverpool-fans al snel achter zich. Binnen enkele weken werd hij toegezongen in Anfield en groeide het vertrouwen in zijn aanpak.
Nieuwe accenten op het veld
Onder Slot wijzigde Liverpool subtiel zijn speelstijl. Met twee controlerende middenvelders, Ryan Gravenberch en Alexis Mac Allister, legde Liverpool meer nadruk op balbezit en opbouw via het middenveld, in plaats van snelle diepe passes. Deze strategische wijzigingen gaven de ploeg meer controle over de wedstrijden en maakten hen moeilijk te verslaan.
Daarnaast herlanceerde Slot enkele spelers die onder Klopp minder prominent waren. Dominik Szoboszlai, vorig seizoen nog bankzitter, groeide uit tot een bepalende kracht, terwijl Mohamed Salah, Virgil van Dijk en Trent Alexander-Arnold uitgroeiden tot echte leiders binnen het team.
Moeizame slotfase, maar nooit in gevaar
Een ander wapenfeit onder Slot? De sterke integratie van talenten uit de eigen jeugdopleiding. Spelers als Curtis Jones en Trent Alexander-Arnold speelden bijna elke wedstrijd. Kampioen worden in een loodzware competitie én eigen jeugd opleiden, dat is het ultieme bewijs van de kracht van de club.
Halverwege het seizoen had Liverpool al een ruime voorsprong opgebouwd. Hoewel de ploeg in de laatste maanden minder dominant oogde en vroegtijdig werd uitgeschakeld in de Champions League, FA Cup en League Cup, bleef de koppositie in de Premier League onbedreigd. Door degelijk spel en een sterke mentale weerbaarheid wist Slot zijn ploeg over de streep te trekken.
